De weg van de oude haven naar de voormalige visserswijk Barceloneta en de kilometerslange stadsstranden is vol spannende indrukken. De conclusie van deze tocht: Barcelona leeft niet langer met zijn rug naar de zee. Er was eens … een grote havenstad die met zijn rug naar zee gekeerd was en die zich pas tijdens de Olympische Spelen van 1992 omdraaide.
Het kan haast niet mooier: een havenwandeling beginnen bij de historische scheepswerven, de Drassanes, en het daarin ondergebrachte Museu Marítim . Hier werden de galeien, zeilschepen en karvelen getimmerd, waarmee Catalonië in de middeleeuwen zijn politieke en economische macht vestigde. Veel van de werven zijn bewaard gebleven, wat ze wereldwijd uniek maakt. Op het binnenplein maakt de replica van de eerste Spaanse onderzeeër een glimlach los. Hij was oorspronkelijk ontworpen om naar koraal te duiken. Het museumrestaurant wordt door de sociale instelling Norai Raval gerund: gestrande jongeren uit de nabijgelegen wijk El Raval krijgen hier als barpersoneel en in de bediening een nieuwe kans.
De nabijgelegen Columbuszuil werd naar aanleiding van de wereldtentoonstelling van 1888 opgericht en behoort tot de symbolen van de stad. Het 60 m hoge platform biedt een fantastisch uitzicht. Onlangs werden hier zelfs wijn- en cavaproeverijen georganiseerd. De voetgangersbrug van de Rambla del Mar leidt over de haven naar een recreatie- en winkelzone, die je echter gerust kunt overslaan. Wij blijven daarom op de Moll de la Fusta (officieel: Moll de Bosch i Alsina) tot aan het begin van de havenwijk Barceloneta. Blikvangers op deze korte afstand zijn de sculpturen ‘La Gamba’ van Javier Mariscal en Roy Lichtensteins ‘Barcelona Head’. Aan het eind van deze pier werd in 1996 een groot pakhuis verbouwd tot het Palau del Mar, het onderkomen van het Catalaans Historisch Museum . Door middel van een interactieve reis door de geschiedenis van Catalonië vanaf de steentijd tot het heden krijg je begrip voor de actuele debatten rond de Catalaanse autonomie.
Roy Lichtensteins sculptuur ‘El Cap de Barcelona’ (Eng. Barcelona Head, 1991/92) aan de oude haven is een echte blikvanger, die 14 m hoog oprijst en in het verkeer al voor menige bijna-botsing heeft gezorgd. Het gebruik van keramiek is een hommage aan Barcelona’s grootste zoon Antoni Gaudí, die zijn bouwwerken met kleurrijke vlakken van gebroken tegels versierde. Deze techniek wordt tencadís genoemd.
Van hut tot grandhotel – Barceloneta
De historische visserswijk Barceloneta (’klein Barcelona’) is in recente jaren een speelbal van speculanten geworden. Het straatbeeld ziet er nog net zo uit als vijftig jaar geleden. Sinds op de stranden pal voor de wijk echter de welgestelden liggen te zonnen, vind je hier bijna geen kleine lieden meer, die nog een tv in de keuken hebben. Van de meer dan drieduizend vissers die hier in de jaren 50 leefden, zijn er krap vijfhonderd over.
Een klein beetje sfeer van het oude Barceloneta is nog terug te vinden in het visrestaurant Can Maño . Ook in de bodega La Cova Fumada heeft niemand een colbertje aan. Dorps is de sfeer op de markt en op het voorplein. Daar is het leuk om in de winkel The only fish in the sea rond te snuffelen en om in Baluard , de beste bakkerij van Barcelona, niet te kunnen kiezen. Je vindt de laatste in de gelijknamige straat. Een paar meter verderop ligt een totaal andere wereld: de strandzone, waar hutten veranderd zijn in paleizen. Het door de befaamde architect Ricardo Bofill ontworpen Hotel W Barcelona lijkt op een 99 m hoog zeil. Cocktailbar Eclipse op de 26e etage van het hotel werd met zijn fascinerende uitzicht over zee al snel een absolute trekpleister.
Op het kruispunt van arm en rijk, waar Barceloneta overgaat in de strandzone Platja de Sant Sebastià, staat de Contador de la vergüenza (‘Teller van de schande’). Deze toont telkens het actuele aantal van de in de Middellandse Zee verdronken vluchtelingen van het lopende jaar. Bij de inwijding van het gedenkteken op 28. juli 2016 waren het er 3034. Kunst zonder knaken: het expositiecentrum voor moderne kunst Santa Mònica kun je bezoeken zonder entreegeld te betalen.
Chique strandtenten
Sinds de Olympische Spelen van 1992 heeft Barcelona een 4 km lang stadsstrand en de zee schoon water. Hier kun je zwelgen in superlatieven. Houdt wat betreft de strandzones de volgende vuistregel aan: hoe noordelijker, hoe rustiger. Aan de grote, dicht bij de stad gelegen stranden (Platja de la Barceloneta en Platja de Sant Sebastià) begint de partystemming al voor het middageten. Zakkenrollers behoren daar tot de ongenode gasten. Rustiger gaat het eraan toe aan de Platja de la Nova Icària naast de Olympische haven en de verderop gelegen Platja del Bogatell en Mar Bella. Vanwege hun uitzonderlijke hoge kwaliteit vallen ook de strandtenten (xiringuitos) op. Tot de beste behoort La Guingueta de la Barceloneta aan de Platja de Sant Sebastià, vlak bij de ‘scheve toren’ van Rebecca Horn, ‘L’estel ferit’. De patatas bravas (gebakken aardappeltjes met pittige knoflooksaus) van topkok Carles Abellan bewijzen dat ook eenvoudige snacks lekker en betaalbaar kunnen zijn. Tot mijn favorieten behoort ook de Xiringuito Escribà , niet ver van de Olympische haven. Tijdens de mooi-weer-maanden april tot oktober zijn de meeste strandtenten dagelijks van ’s middags tot laat in de avond geopend.