Met zijn gebouw voor de Joan Miró-Stichting probeerde Josep Lluís Sert in 1975 een architectuur zonder franje en met een gewichtloze opeenvolging van ruimten te realiseren. In tegenstelling tot het lagergelegen Mies van der Rohe-gebouw biedt de Fundació Miró een werkelijk grandioos uitzicht over de stad. Miró’s ‘kinderlijke’ kunst inspireert jong en oud om zijn eigen creativiteit te onderzoeken en niet alleen te imiteren.
Een lichtovergoten, open architectuur met patio’s en terrassen verhoudt zich op harmonische wijze tot het landschap en vormt een ideaal podium voor de werken van Joan Miró. Naast belangrijke eigen werken biedt de door de kunstenaar zelf in het leven geroepen stichting tentoonstellingen met hedendaagse kunst. De introductie van het thema ‘kunst’ aan kinderen hoort daar sinds vele jaren bij. In de Fundació Miró , waar je op het dakterras en in de cafetaria heerlijk kunt ontspannen, kun je je ook vergapen aan de object-arrangeur en materiaalveranderaar Miró. Hij liet grappige en verbazingwekkend veelzijdige assemblages. ontstaan uit strandvondsten, schroot, planten, vruchten, huishoudelijk afval en alle (on)mogelijke troep. Net zoals Gaudí, die zijn keramiekscherven steeds tot organisch gebogen totaalvormen samenvoegde, had Miró ook veel gevoel voor de bijna ’natuurlijke’ levendigheid van zijn creaties.
De vader van de oprichter van de bekende kunstgalerie Joan Prats was hoedenmaker en ‘verkocht’ hoeden aan Joan Miró voor kunst, wanneer de schilder krap bij kas zat. Zo ontstond bij Joan Prats de grote privécollectie, die nu in de Fundació Miró te zien is. In de galerie worden tegenwoordig werken van gevestigde en jonge Catalaanse kunstenaars verhandeld (Galería Joan Prats, C/ Balmes, 54, Eixample, www.galeriajoanprats.com).
Meestermateriaaljongleur
Joan Miró werd in 1893 in Barcelona geboren en is in 1983 in Palma de Mallorca gestorven. Hij is begraven op het Cementiri de Montjuïc (zie ook). Net zoals Picasso was ook hem al tijdens zijn leven succes en roem gegund. Zijn kinderlijke idyllen ondermijnde hij vanhet begin af aan met zachte irritaties, breuken en verspringingen. Hij hield van vormkundige ongerijmdheden. Verbazingwekkend is dat, bij de veelvoud aan weergegeven elementen in Miró’s werken, deze niet uit elkaar vallen. Onzichtbare assen, ballondraden, inspringingen en andere bindingen zorgen voor de samenhang.